Jonge burgemeesters aan het woord

Een dikke maand geleden werd ik samen met 5 andere jonge burgemeesters uitgenodigd bij de VVSG, de Vereniging voor Steden en Gemeenten, voor een inspirerend gesprek.
Het thema? Onder meer de uitdagingen én kansen die wij als jonge burgemeesters tegenkomen. Een herkenbaar onderwerp waren de vooroordelen rond de leeftijd. Daar werden zowel ik, toen ik zes jaar geleden op m’n 31ste voor het eerst burgemeester werd, als enkele collega’s mee geconfronteerd. Maar er zijn uiteraard en gelukkig ook heel wat voordelen: als jongere burgemeester zorg je vaak voor een frisse wind in een stad- of gemeentehuis, met nieuwe ideeën en een andere kijk op het beleid.
Vertrouwen moet groeien, en door degelijk bezig te zijn met dossiers, krijg je dat ook van de mensen. Daarnaast krijg je door vele waters te doorzwemmen ook al gauw veel levenservaring. Deze lessen, successen en verhalen kwamen allemaal aan bod tijdens het gesprek, en resulteerde in een mooi artikel in ‘Lokaal’, het magazine van de VVSG.

Bedankt VVSG voor de uitnodiging, en bedankt collega-burgemeesters voor de toffe middag!


Hieronder kan je het volledige interview lezen:


Er waait een frisse wind door het gemeentehuis

Op een dag word je burgemeester. Voorbereiden is moeilijk, je moet gewoon duiken en zwemmen en over je ervaringen praat je beter elders dan in je eigen college of partij. Het ambt vergt veel van je tijd, maar hoe oud je bent, dat doet er niet toe. ‘Je leeftijd speelt geen rol. Gewoon omdat je die functie bekleedt, wek je een zekere autoriteit, ook al is dat niet jouw bedoeling,’ zegt Sietse Wils (30), sinds heel kort burgemeester van Bree.

Hun stemmen haalden ze niet bij jongeren, want op 13 oktober trokken weinig jongeren  naar  de  stembus.  ‘Integendeel, aan het stembureau zag ik dikwijls de ouders van een gezin en niet hun stemgerechtigde kinderen,’ zegt Matthijs Verschraegen (29), de nieuwe burgemeester van Zwalm. Eva De Mesmaeker (29), kersvers burgemeester van Halle, stond niet als eerste op de lijst maar kreeg wel de meeste stemmen. ‘Een pak mensen koos bewust voor jonge kandidaten.’ Dennis Fransen (29), die twee jaar geleden burgemeester van Pelt werd, zag ook dat ouderen niet alleen op oudere kandidaten stemden maar ook op jongere. ‘Ze waarderen het dat we aan verjonging en vernieuwing hebben gedaan.’

‘Maar dat ik nu als 30-jarige burgemeester word, wekt wel de interesse van jongeren voor de politiek,’ zegt Sietse Wils, burgemeester van Bree. ‘Ik vind het nog altijd waanzin dat ik burgemeester ben, ik was er zeker van dat andere kandidaten bij ons op de lijst mij zouden passeren.’

Volgens Lotte Peeters (31), burgemeester van Hamme, zijn oudere politici minder toegan-kelijk, zij was dat de voorbije zes jaar als schepen wel, net zoals Thomas Vints (37) die nu zijn tweede beleidstermijn als burgemeester ingaat en ook altijd op zijn jonge leeflijd heef moeten reageren. ‘Maar hoe je het draait of keert, je brengt een jonge, frisse wind mee, want je wilt het anders doen dan het vorige bestuur.’

 

En was dat ook zo in de campagne? Hebben jullie als jongere kandidaten bijvoorbeeld meer digitaal campagne gevoerd?

Sietse Wils: ‘De vorige burgemeester had op het digitale ingezet en bijna geen huisbezoeken gedaan. Wij wel en dat was de beste campagne ooit. Aan de deur kon ik mensen overtuigen om te gaan stemmen en dat deden ze dan op onze partij. Ik ben trouwens met alle kandidaten op de foto gegaan, zo hing ik overal met twee andere kandidaten.’

Thomas Vints: ‘Het is én, én. In 2018 werd niet iedereen aangeduid op de kieslijst. Nu heb ik

de hele lijst meegenomen. Veertien kandidaten haalden meer dan duizend stemmen en tien van die veertien waren vrouwen.’

Dennis Fransen: ‘Ons resultaat danken we aan de groepscampagne waarin ik duidelijk de lijsttrekker was.’

Eva De Mesmaeker: ‘Mijn foto hing telkens bij de kandidaat thuis naast die van de kandidaat zelf. Met het hele team scoor je beter. Maar de meeste stemmen haalde ik in mijn buurt.’

Lotte Peeters: ‘Het groepsgevoel werkt. Ik kreeg positieve feedback door alle kandidaten individueel thuis te bezoeken, samen een foto te nemen en te posten. Elke keer kwam ik daarbij als lijsttrekker in beeld. Daar spraken mensen me over aan en nu vragen ze of ik bij hen op bezoek wil komen.’

Sietse Wils: ‘De woensdag na de verkiezingen kwamen we in groep samen. Dat was delicaat, want de onderhandelingen liepen op dat ogenblik nog volop. Toch heb ik toen – toegegeven, heel traditioneel – aan de dames een boeketje bloemen en aan de heren een bierpakketje gegeven. Ze hadden zich tijdens de campagne voor mij persoonlijk en voor de groep gegeven en hiermee uitte ik mijn waardering.’

 

Kun je je op dit ambt voorbereiden?

Lotte Peeters: ‘Ik ben al begonnen met de diensten te bevragen en alle VVSG-Politeia-pockets te bestellen. Voor de rest denk ik dat de dingen duidelijk worden zodra je operatief bezig bent.’
Dennis Fransen: ‘Ik heb met mijn voorganger anderhalve maand “stage” kunnen lopen. Dat was leerrijk. Anderhalve maand hielden we samen spreekuur. Maar dan nog denk ik niet dat je je echt kunt voorbereiden. Tegen de nieuwe schepenen zeg ik: “Wees een spons, praat met zoveel mogelijk mensen en durf zeggen dat je het nog moet uitvinden.”’

Thomas Vints: ‘Ik volgde de burgemeester van een andere partij op, we konden niets bespre- ken of voorbereiden. Ik was gesteund door de partij, maar toen ik goed en wel burgemeester was, hoorde ik niemand meer. Je moet helemaal alleen leren zwemmen. Zo’n vier andere Limburgse burgemeesters van mijn partij zaten in dezelfde situatie. We zijn dan om de drie maanden spaghetti gaan eten om ervaringen uit te wisselen. Daar heb ik veel aan gehad, we spreken nog altijd af.’

Matthijs Verschraegen: ‘Onze eerste schepen, Karen De Colfmacker, is zelf tussen 2012 en 2018 burgemeester geweest en was toen ze begon ook heel jong, maar 27, ze kent de valkuilen en we hebben haar op het laatste moment gelukkig kunnen overtuigen om mee op de lijst te staan. Aan haar zal ik veel hebben.’

Eva De Mesmaeker: ‘Ik vind het een pluspunt dat niemand van onze schepenen ervaring heef, iedereen is nieuw, zo bestaat er geen hiërarchie en kunnen we aan één zeel trekken.’ Lotte Peeters: ‘Eva en ik hebben als voordeel dat we in onze fractie in het federale parlement wekelijks burgemeesters als Christoph D’Haese en Steven Vandeput zien, zij geven ons bruikbare tips.’

 

Welke soort leider wil je zijn?

Sietse Wils: ‘In het stadhuis zegt het personeel nu ineens “u” tegen mij, ze mogen tegen mij “je” zeggen, ik ben nog maar 30. Ik wil graag toegankelijk zijn en open.’

Dennis Fransen: ‘Pelt is een fusiegemeente, in ons schepencollege zetelden twee vroegere burgemeesters van mijn partij. Ze respecteren mijn leiderschap. Als 27-jarige had ik ook al overleg met mijn collega’s en er werd oprecht naar mij geluisterd. Het maakt uit of je in een coalitie zit of met je partij de volstrekte meerderheid hebt, maar ook in ons college heb je een aantal visies. Als burgemeester moet je de verbindende factor zijn, maar als er moeilijke dossiers op tafel liggen, dan… Uiteindelijk moet ik de knoop doorhakken.’

Thomas Vints: ‘Als je degelijk met de dossiers bezig bent, krijgen de mensen gauw vertrouwen in je. Door al die waters te doorzwemmen krijg je veel levenservaring.’

Matthijs Verschraegen: ‘Ik wil intens vertrouwen creëren en iedereen laten stralen. We hebben het geluk de absolute meerderheid te hebben en ik zal in de dossiers de knopen door- hakken, ook minder populaire. Daarom wil ik met iedereen bruggen bouwen.’

Sietse Wils: ‘Zo’n absolute meerderheid is een luxe. We zijn met zes in het college, iemand was de voorbije twee legislaturen al schepen, een ander lid van het college was ooit drie jaar schepen. De anderen hebben geen bestuurservaring. Ik wil vooral een coach zijn en verbindend zijn tussen de partijen.’

Thomas Vints: ‘Vóór mij kende Beringen 24 jaar dezelfde burgemeester die op een bepaalde manier met de administratie omging. Dat was niet mijn manier. De samenwerking moest gewoon veranderen, vooral veel toegankelijker worden. Toen ik in 2016 als schepen begon, ben ik tussen mijn diensten gaan zitten terwijl de andere diensthoofden bij hun schepenen op de bel moesten duwen en wachten op het groene lampje.’

Sietse Wils: ‘Ik kom in Bree tot de vreemde vaststelling dat de schepenen geen kantoor hebben. Hoe kun je nu samenwerken, als je nooit fysiek samen bent?’

Lotte Peeters: ‘Ik heb het klassieke kantoor afgeschaft. Als schepen was ik al zeer toegankelijk en laagdrempelig en dat wil ik in mijn kleine lokale bestuur ook als burgemeester zijn.’
Matthijs Verschraegen: ‘Ik heb vanmorgen vastgesteld dat ik eigenlijk geen kantoor heb, het wordt gebruikt door het personeel om afspraken te laten doorgaan.’

Eva De Mesmaeker: ‘In hoeverre ga je mee in wat de algemeen directeur vraagt ten aanzien van de diensten? Ik wil bevoegdheden terugvragen, want het college moet de beslissingen nemen. In het college heb ik de rol van samenspeler, maar af en toe leg ik persoonlijk contact want niet alles moet je in de grote groep bespreken. Andere schepenen mogen zich ook profileren. Ik denk dat als de ploeg scoort, ik dat ook doe. Mijn leiderschap is een volledige switch, al is het maar omdat ik jong ben, een vrouw ben en wat er nog kan meespelen. Zelf ga ik geen extra bevoegdheden opnemen.’

 

Ook niet de bevoegdheid burgerzaken?

Eva De Mesmaeker:‘Die bevoegdheid heb ik overgelaten aan de lijsttrekker. Maar er zijn al jonge mensen die mij vragen of ik hen wil trouwen.’

Dennis Fransen: ‘Ik doe de meeste huwelijken zelf.’

Thomas Vints: ‘Iedereen mag van mij huwelijken doen, maar ik ga zelf eerst graag door de lijst. Wie een bepaald huwelijk claimt, moet ook de andere mensen van die dag trouwen.’

Sietse Wils: ‘Ik heb naast de klassieke bevoegdheden ook jeugd, want ik ben de jongste in het college. Jeugd staat hoog op mijn agenda, net als klimaat, milieu en duurzaamheid, communicatie, personeel, veiligheid en burgerzaken.’

 

Wat verwachten jullie van de gemeenteraadsleden?

Thomas Vints: ‘Ik verwacht dat ze vragen stellen, ook de gemeenteraadsleden van de meer- derheid. Zij mogen op de gemeenteraad gerust vragen stellen aan het schepencollege. De vragen moeten binnen zijn de donderdag vóór de maandag van de gemeenteraad. Maar het is niet zo evident om de raadsleden bij de dossiers te betrekken.’

Dennis Fransen: ‘Bij een absolute meerderheid is de fractievergadering minstens even belangrijk als de gemeenteraad.’

Sietse Wils: ‘Een aantal gemeenteraadsleden hebben zes jaar lang geen woord gezegd en anderzijds hangen ze nog sterk vast aan de kerkdorpen waar de inwoners hen aanspreken. Je moet hen de kans geven om die vraag op de gemeenteraad te stellen. Zowel de leden van de meerderheid als die van de oppositie moeten in hun rol worden erkend. In de gemeenteraad mag het kletteren, maar als ik die deur achter me dichttrek, kan ik perfect een pint gaan drinken.’
Eva De Mesmaeker: ‘Ik wil werk maken van de oppositie. In de laatste legislatuur werd het commissiewerk teruggedraaid en bleef er niet veel ruimte over voor de gemeenteraad. Het laatste woord was voor de meerderheid. Ik wil dat diegene die de vraag stelt, ook het laatste woord heeft.’

Lotte Peeters: ‘Wij betrekken de oppositie bij het werk, gezamenlijke projecten zijn mogelijk, zoals tegen menstruatiearmoede, daarover lopen de visies gelijk. In de gemeenteraad is er te weinig gekletter. De oppositie moet je wakker houden.’

Thomas Vints: ‘In het verleden hoopten sommige schepenen wel eens dat er geen vragen kwamen op de gemeenteraad, want – stel je voor – dan moesten ze die beantwoorden. Maar bij bepaalde dossiers verwacht ik toch ook een korte duiding door de bevoegde schepen. Het budget moeten we in een aantal minuten kunnen uitleggen, en dan moeten we de gelegenheid bieden om vragen te stellen.’

Eva De Mesmaeker: ‘De rol van de pers is ook van belang, sommige raadsleden zetten iets niet op de agenda maar gaan rechtstreeks naar de pers. De pers moet volgen in plaats van andersom.’
Lotte Peeters: ‘We houden een persmoment voor de gemeenteraad waarvoor schepenen zich kunnen voorbereiden mét weerwoord.’

Matthijs Verschraegen: ‘Sinds we livestream hebben, komt de pers niet meer naar de gemeenteraad.’

Dennis Fransen: ‘We hebben beslist het bij een audioverslag te houden.’

Lotte Peeters: ‘De gemeenteraad is ons belangrijkste moment, we bereiden het goed voor want zo kunnen we laten zien hoe we werken, maar er zijn weinig mensen aanwezig, dat is frustrerend. Toch werken we proactief via de website en Facebook.’

Dennis Fransen: ‘Zo zie je of de oppositie inhoudelijk sterker of zwakker is. Een sterke oppositie is in het belang van de democratie.’

 

Hoe combineer je het burgemeesterschap met je leven?

Thomas Vints: ‘Het is pompen of verzuipen, vooral als de kinderen hobby’s krijgen. Ik heb dagelijks een aantal uren in mijn agenda geblokkeerd. Ik zie mijn drie kinderen vooral in de spits, tussen half zes en half acht, dan rij ik hen naar de hobby’s. Drie keer per week probeer ik hen ook naar school te brengen. Ik ben zowat overal op de activiteiten in mijn gemeente. In de supermarkt herkennen veel mensen mij, als ik met de boodschappen en een half uur vertraging thuiskom, heb ik twee extra vragen.’
Dennis Fransen: ‘Ik heb na de verkiezingen eerst vakantie genomen en ben op weekend geweest met de vrienden. Ik werd erop aangesproken dat ik mijn spreekuur had laten vallen. Dat zijn ze niet gewend, ik ben er altijd.’

Sietse Wils: ‘Mensen verwachten niet dat je per se full time burgemeester wordt, maar wel dat je een authentiek persoon blijft.’

Eva De Mesmaeker: ‘Ik krijg van alle kanten te horen dat ik goed voor mezelf moet zorgen.’ Matthijs Verschraegen: ‘Ik ook. Ik vraag me af of ik er slecht uitzie.’

Eva De Mesmaeker: ‘Mijn partner staat naast me en gaat mee naar eetfestijnen, we zien dat ook als we-time.’

Matthijs Verschraegen: ‘Mijn partner heeft een horecazaak in Zwalm. Woensdagmiddag en

-avond zijn voor elkaar, zo marcheert het ook. Hij steunt me voor de honderd procent. Ook al heeft hij andere interesses, het werkt zo goed voor mij.’

Sietse Wils: ‘Thuis spreken we niet over politiek. Het weekend na de verkiezingen werd mijn vriend dertig, we hadden al lang afgesproken om naar Parijs te gaan. Het was moord en brand in Bree dat ik tijdens de onderhandelingen in Parijs zat, zo hoorde ik achteraf. Maar mijn plaats was toen bij mijn vriend; ik had het volste vertrouwen dat de onderhandelingen vlot zouden verlopen en op maandag pakte ik de draad weer op.’

Lotte Peeters: ‘Ik ben blij dat je deze vraag aan iedereen hebt gesteld, want ik ben het beu om altijd als eerste vraag te krijgen hoe ik het burgemeestersambt en het parlementaire mandaat als moeder van twee kinderen zal combineren.’
En aan Thomas Vints vraagt ze hoe hij dat blokkeren in de agenda doet.

Thomas Vints: ‘In mijn gezin is het lastig rekening te houden met mijn agenda. Ze gaan er soms beter van uit dat ik er niet kan zijn. Soms vragen mensen me ook wanneer ik ooit aan sporten toe kom. Lopen, dat gebeurt in alle vroegte ’s morgens en laat op de avond fiets ik op de rollen. Op een ander moment is er geen tijd.’


Previous
Previous

Politiezones Beringen/Ham/Tessenderlo en Heusden-Zolder blikken terug op intens werkjaar en kijken vooruit naar 2025

Next
Next

Gelukkig 2025!