Arrest grondwettelijk hof heeft impact op bouwproject nieuw stadhuis Beringen

De bouw van het nieuw stadhuis met ondergrondse parking, private woonontwikkeling en aanleg van publieke ruimte in het centrum van Beringen is sinds einde 2018 opgestart. Een aantal inwoners van Beringen had al opgemerkt dat de bouwactiviteit de laatste paar weken minder intensief was en dit wordt mede veroorzaakt door nieuwe rechtspraak van het Grondwettelijk Hof die een impact heeft op het doorlopen vergunningstraject.

Na het afsluiten van de Publiek Private Samenwerkingsovereenkomst (PPS) voor de bouw van het nieuw stadhuis en de private woonontwikkeling einde 2017 versoepelde de decreetgever de verkavelingsplicht in de zogenaamde Codextrein. Op basis van deze versoepeling werd ervoor geopteerd om niet eerst een omgevingsvergunning voor te verkavelen aan te vragen maar onmiddellijk een omgevingsvergunning voor te bouwen voor het geheel van de ontwikkeling. Het Grondwettelijk Hof heeft deze bepaling uit de Codextrein nadien vernietigd met een arrest van 23 mei 2019. Dit arrest zorgde voor een verstrenging van de vergunningsplicht voor het verkavelen van gronden.  

De ontwikkelaar had intussen een geldige en uitvoerbare omgevingsvergunning voor het bouwen verkregen en op die basis werd dan ook met de bouw gestart. Nu moet er dus toch een omgevingsvergunning voor te verkavelen worden aangevraagd voor het private gedeelte, zoals ook oorspronkelijk voorzien was in de PPS-overeenkomst. Het doorlopen van een vergunningstraject voor een verkaveling neemt snel een vijftal maanden in beslag. Gedurende het vergunningstraject kan de private partner niet verder werken aan het private gedeelte. Het publieke gedeelte kan wel worden verder gezet.

“De impact op de globale timing van de verschillende onderdelen van het totaalproject wordt in kaart gebracht. De termijn voor het bekomen van een verkavelingsvergunning moet immers ingeschoven worden in de globale projectplanning en dit betekent vanzelfsprekend dat er moet bijgestuurd worden. De partijen proberen de impact echter tot een minimum te beperken,” aldus burgemeester Thomas Vints.

Zoals al een aantal burgers terecht opgemerkt hadden was er de afgelopen periode minder zichtbare activiteit op de werf. De activiteiten hebben zich door deze omstandigheden eerder toegespitst op het publieke gedeelte (bouw van het stadhuis, m.n. de dakwerken aan het oude collegebouw) en minder op de ondergrondse parking aangezien daarin elementen betrokken zijn waarover partijen bindende afspraken moesten maken ingevolge de impact van het voormelde vernietigingsarrest.

De stad en de ontwikkelaar THV The College, bestaande uit DMI, Kumpen RED en Immogra, voeren gesprekken om de situatie op korte termijn op te lossen en de nodige praktische, juridische en financiële afspraken te maken waarin alle betrokken partijen zich in kunnen vinden en die de voortgang van het project moeten verzekeren. De stad Beringen zal communiceren van zodra er voldoende duidelijkheid bestaat.

Previous
Previous

Politiezone versterkt korps om slagkracht te verhogen

Next
Next

1dagniet –  Zet jij ook mee de schouders onder buurtpreventie?